Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. mesureur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor mesureur (Frans) in het Engels

mesureur:

mesureur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le mesureur (instrument de mesure)
    the measuring instrument; the measuring apparatus

Vertaal Matrix voor mesureur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
measuring apparatus instrument de mesure; mesureur
measuring instrument instrument de mesure; mesureur

Synoniemen voor "mesureur":

  • jaugeur; doseur; évaluateur

Wiktionary: mesureur

mesureur
adjective
  1. qui sert à mesurer
noun
  1. personne en charge de mesurer

Cross Translation:
FromToVia
mesureur measurer meter — iemand die meet