Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ombrage:
  2. ombrager:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor ombrage (Frans) in het Engels

ombrage:

ombrage [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'ombrage (ombre)
    the shadow; the shade
    • shadow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shade [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ombrage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shade ombrage; ombre abat-jour; accent; colorant; coloration; couleur; nuance; nuance de couleur; ombre; rougeur; teint; teinte; teinture; ton; tonalité
shadow ombrage; ombre aspect; figure; forme; ombre; ombre portée; silhouette
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shade hachurer; ombrager; ombrer
shadow filer; prendre en filature

Synoniemen voor "ombrage":


Wiktionary: ombrage

ombrage
noun
  1. ensemble des branches et des feuilles des arbres, qui produire de l’ombre.
ombrage
noun
  1. feeling of anger or annoyance
  2. shadow

ombrager:

ombrager werkwoord (ombrage, ombrages, ombrageons, ombragez, )

  1. ombrager (ombrer)
    to shade
    • shade werkwoord (shades, shaded, shading)

Conjugations for ombrager:

Présent
  1. ombrage
  2. ombrages
  3. ombrage
  4. ombrageons
  5. ombragez
  6. ombragent
imparfait
  1. ombrageais
  2. ombrageais
  3. ombrageait
  4. ombragions
  5. ombragiez
  6. ombrageaient
passé simple
  1. ombrageai
  2. ombrageas
  3. ombragea
  4. ombrageâmes
  5. ombrageâtes
  6. ombragèrent
futur simple
  1. ombragerai
  2. ombrageras
  3. ombragera
  4. ombragerons
  5. ombragerez
  6. ombrageront
subjonctif présent
  1. que j'ombrage
  2. que tu ombrages
  3. qu'il ombrage
  4. que nous ombragions
  5. que vous ombragiez
  6. qu'ils ombragent
conditionnel présent
  1. ombragerais
  2. ombragerais
  3. ombragerait
  4. ombragerions
  5. ombrageriez
  6. ombrageraient
passé composé
  1. ai ombragé
  2. as ombragé
  3. a ombragé
  4. avons ombragé
  5. avez ombragé
  6. ont ombragé
divers
  1. ombrage!
  2. ombragez!
  3. ombrageons!
  4. ombragé
  5. ombrageant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor ombrager:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shade abat-jour; accent; colorant; coloration; couleur; nuance; nuance de couleur; ombrage; ombre; rougeur; teint; teinte; teinture; ton; tonalité
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shade ombrager; ombrer hachurer

Synoniemen voor "ombrager":


Wiktionary: ombrager

ombrager
verb
  1. to cast a shadow over something
  2. to shield from light
  3. to shade