Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ombres:
  2. ombrer:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor ombres (Frans) in het Engels

ombres:

ombres [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'ombres (voiles; traces; pointes; brins; pruines)
    the shades; the hazes; the auras; the mists
    • shades [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hazes [the ~] zelfstandig naamwoord
    • auras [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mists [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'ombres (chimères; silhouettes)
    the silhouettes; the shadows
  3. l'ombres (théâtre d'ombres)
    the shadow play

ombres [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'ombres (soupçons; traces)
    the sparkle; the flickers; the rays; the small traces
    • sparkle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flickers [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rays [the ~] zelfstandig naamwoord
    • small traces [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ombres:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auras brins; ombres; pointes; pruines; traces; voiles
flickers ombres; soupçons; traces
hazes brins; ombres; pointes; pruines; traces; voiles
mists brins; ombres; pointes; pruines; traces; voiles
rays ombres; soupçons; traces rayonnement; traits de lumière
shades brins; ombres; pointes; pruines; traces; voiles
shadow play ombres; théâtre d'ombres
shadows chimères; ombres; silhouettes
silhouettes chimères; ombres; silhouettes
small traces ombres; soupçons; traces brins; traces
sparkle ombres; soupçons; traces flash; gloire; honneur; lueur; lueur scintillante; reflet; scintillement; signal lumineux; splendeur; éclair; éclat; étincelle; étincellement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sparkle briller; bruire; exceller; jeter étincelles; luire; mousser; perler; postuler; pétiller; rayonner; reluire; resplendir; scintiller; étinceler; être en effervescence

ombres vorm van ombrer:

ombrer werkwoord (ombre, ombres, ombrons, ombrez, )

  1. ombrer (ombrager)
    to shade
    • shade werkwoord (shades, shaded, shading)

Conjugations for ombrer:

Présent
  1. ombre
  2. ombres
  3. ombre
  4. ombrons
  5. ombrez
  6. ombrent
imparfait
  1. ombrais
  2. ombrais
  3. ombrait
  4. ombrions
  5. ombriez
  6. ombraient
passé simple
  1. ombrai
  2. ombras
  3. ombra
  4. ombrâmes
  5. ombrâtes
  6. ombrèrent
futur simple
  1. ombrerai
  2. ombreras
  3. ombrera
  4. ombrerons
  5. ombrerez
  6. ombreront
subjonctif présent
  1. que j'ombre
  2. que tu ombres
  3. qu'il ombre
  4. que nous ombrions
  5. que vous ombriez
  6. qu'ils ombrent
conditionnel présent
  1. ombrerais
  2. ombrerais
  3. ombrerait
  4. ombrerions
  5. ombreriez
  6. ombreraient
passé composé
  1. ai ombré
  2. as ombré
  3. a ombré
  4. avons ombré
  5. avez ombré
  6. ont ombré
divers
  1. ombre!
  2. ombrez!
  3. ombrons!
  4. ombré
  5. ombrant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor ombrer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shade abat-jour; accent; colorant; coloration; couleur; nuance; nuance de couleur; ombrage; ombre; rougeur; teint; teinte; teinture; ton; tonalité
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shade ombrager; ombrer hachurer

Synoniemen voor "ombrer":


Wiktionary: ombrer

ombrer
verb
  1. faire de l'ombre

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van ombres