Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. possesseur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor possesseur (Frans) in het Engels

possesseur:

possesseur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le possesseur (propriétaire; titulaire; porteur; )
    the holder; the owner; the proprietor; the bearer; the possessor
    • holder [the ~] zelfstandig naamwoord
    • owner [the ~] zelfstandig naamwoord
    • proprietor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bearer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • possessor [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor possesseur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bearer container; conteneur; détenteur; porteur; possesseur; propriétaire; tenancier; titulaire; titulaire d'une licence chargeur; crocheteur; portefaix; porteur; porteur d'une cheque ou d'une action
holder container; conteneur; détenteur; porteur; possesseur; propriétaire; tenancier; titulaire; titulaire d'une licence bassin; citerne; container; conteneur; cuve; propriétaire; réservoir
owner container; conteneur; détenteur; porteur; possesseur; propriétaire; tenancier; titulaire; titulaire d'une licence propriétaire
possessor container; conteneur; détenteur; porteur; possesseur; propriétaire; tenancier; titulaire; titulaire d'une licence possesseuse; propriétaire
proprietor container; conteneur; détenteur; porteur; possesseur; propriétaire; tenancier; titulaire; titulaire d'une licence

Synoniemen voor "possesseur":


Wiktionary: possesseur

possesseur
noun
  1. traductions non classées
possesseur
noun
  1. One who possesses

Cross Translation:
FromToVia
possesseur owner; proprietor; holder BesitzerRecht: die Person / Personen, die die tatsächliche Herrschaft über eine Sache ausüben

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van possesseur