Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. tourisme:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor tourisme (Frans) in het Engels

tourisme:

tourisme [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le tourisme (mouvement touristique)
    the tourism; the tourist industry; the tourist traffic
  2. le tourisme
    the tourism
    • tourism [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tourisme:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tourism mouvement touristique; tourisme
tourist industry mouvement touristique; tourisme
tourist traffic mouvement touristique; tourisme

Wiktionary: tourisme

tourisme
noun
  1. action de voyager pour son plaisir.
tourisme
noun
  1. tourism
  2. the act of travelling or sightseeing

Cross Translation:
FromToVia
tourisme tourism toerisme — het reizen voor ontspanning
tourisme tourism Tourismus — Gesamtheit des Fremdenverkehrs

Verwante vertalingen van tourisme