Overzicht
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. caca:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor caca (Frans) in het Spaans

caca:

caca [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le caca (merde; matières fécales; fiente; excréments)
    la mierda; la caca; el excrementos; el estiércol; la caguada; la cagarruta; la heces fecales
  2. le caca (excréments; crotte; merde)
    la mierda; la caca; el excrementos; la heces fecales

Vertaal Matrix voor caca:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caca caca; crotte; excréments; fiente; matières fécales; merde crotte; excréments; merde; étron
cagarruta caca; excréments; fiente; matières fécales; merde crotte
caguada caca; excréments; fiente; matières fécales; merde
estiércol caca; excréments; fiente; matières fécales; merde fumier; lisier; purin
excrementos caca; crotte; excréments; fiente; matières fécales; merde
heces fecales caca; crotte; excréments; fiente; matières fécales; merde
mierda caca; crotte; excréments; fiente; matières fécales; merde
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cagarruta babillard; bavard; peu discret
mierda crotte!; flúte!; merde; mince!; nom d'un chien!; nom d'une pipe!; putain; sapristie!

Wiktionary: caca

caca
noun
  1. Excrément

Cross Translation:
FromToVia
caca caca; popo poo — faecal matter