Overzicht
Frans naar Spaans: Meer gegevens...
- compresses:
- compresser:
-
Wiktionary:
- compresser → comprimir
Frans
Uitgebreide vertaling voor compresses (Frans) in het Spaans
compresses:
-
la compresses
Vertaal Matrix voor compresses:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
compresas | compresses | serviettes hygiéniques; serviettes périodiques |
compresser:
compresser werkwoord (compresse, compresses, compressons, compressez, compressent, compressais, compressait, compressions, compressiez, compressaient, compressai, compressas, compressa, compressâmes, compressâtes, compressèrent, compresserai, compresseras, compressera, compresserons, compresserez, compresseront)
-
compresser (comprimer; serrer; presser; condenser)
comprimir; apretar; concentrarse; prensar; estrujar-
comprimir werkwoord
-
apretar werkwoord
-
concentrarse werkwoord
-
prensar werkwoord
-
estrujar werkwoord
-
-
compresser (comprimer; tordre; serrer)
-
compresser (coincer; serrer; saisir; pincer; presser; tordre; comprimer; happer)
enganchar; agarrar; encajar; sujetar en; pillar; estrechar; escurrir; retorcer; estrujar; atrancar; abrazarse a; agarrotarse; darse por aludido; clavar con alfileres-
enganchar werkwoord
-
agarrar werkwoord
-
encajar werkwoord
-
sujetar en werkwoord
-
pillar werkwoord
-
estrechar werkwoord
-
escurrir werkwoord
-
retorcer werkwoord
-
estrujar werkwoord
-
atrancar werkwoord
-
abrazarse a werkwoord
-
agarrotarse werkwoord
-
darse por aludido werkwoord
-
clavar con alfileres werkwoord
-
-
compresser (serrer; coincer; presser; se saigner aux quatre veines pour; tordre; pincer; rogner; manquer; comprimer)
-
compresser (aplatir; écraser; mâchurer; planer; broyer; comprimer; laminer)
-
compresser
-
compresser
empaquetar-
empaquetar werkwoord
-
Conjugations for compresser:
Présent
- compresse
- compresses
- compresse
- compressons
- compressez
- compressent
imparfait
- compressais
- compressais
- compressait
- compressions
- compressiez
- compressaient
passé simple
- compressai
- compressas
- compressa
- compressâmes
- compressâtes
- compressèrent
futur simple
- compresserai
- compresseras
- compressera
- compresserons
- compresserez
- compresseront
subjonctif présent
- que je compresse
- que tu compresses
- qu'il compresse
- que nous compressions
- que vous compressiez
- qu'ils compressent
conditionnel présent
- compresserais
- compresserais
- compresserait
- compresserions
- compresseriez
- compresseraient
passé composé
- ai compressé
- as compressé
- a compressé
- avons compressé
- avez compressé
- ont compressé
divers
- compresse!
- compressez!
- compressons!
- compressé
- compressant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor compresser:
Synoniemen voor "compresser":
Wiktionary: compresser
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• compresser | → comprimir | ↔ compress — to encode digital information into less bits |
Computer vertaling door derden: