Cultivateur in het Spaans vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

cultivateur:
- productor; criador; horticultor; cultivador; campesino; agricultor; hortelano; granjero; agricultora
Wiktionary:
- cultivateur → granjero, granjera

Frans

Uitgebreide vertaling voor cultivateur (Frans) in het Spaans

le cultivateur (producteur; éleveur; fabricant)
el productor; el criador; el horticultor; el cultivador
- productor [el ~] zelfstandig naamwoord
- criador [el ~] zelfstandig naamwoord
- horticultor [el ~] zelfstandig naamwoord
- cultivador [el ~] zelfstandig naamwoord
le cultivateur (agriculteur; paysan; fermier; valet de ferme; plouc; péquenot; rustre)
el campesino; el agricultor
- campesino [el ~] zelfstandig naamwoord
- agricultor [el ~] zelfstandig naamwoord
le cultivateur (horticulteur; éleveur; pépiniériste; producteur)
el cultivador; el productor; el criador
- cultivador [el ~] zelfstandig naamwoord
- productor [el ~] zelfstandig naamwoord
- criador [el ~] zelfstandig naamwoord
le cultivateur (horticulteur; maraîcher)
el hortelano; el horticultor; el cultivador; el criador
- hortelano [el ~] zelfstandig naamwoord
- horticultor [el ~] zelfstandig naamwoord
- cultivador [el ~] zelfstandig naamwoord
- criador [el ~] zelfstandig naamwoord
le cultivateur (agriculteur)
el campesino; el agricultor; el granjero; la agricultora
- campesino [el ~] zelfstandig naamwoord
- agricultor [el ~] zelfstandig naamwoord
- granjero [el ~] zelfstandig naamwoord
- agricultora [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
agricultor	agriculteur; cultivateur; fermier; paysan; plouc; péquenot; rustre; valet de ferme	cutéreux; exploitant agricole; fermier; insolent; paysan; personne insolente; plouc; péquenot; rustre
agricultora	agriculteur; cultivateur	agricultrice
campesino	agriculteur; cultivateur; fermier; paysan; plouc; péquenot; rustre; valet de ferme	cutéreux; fermier; fils de paysan; lourdaud; ouvrier agricole; paysan; plouc; péquenot; rustre
criador	cultivateur; fabricant; horticulteur; maraîcher; producteur; pépiniériste; éleveur	éleveur
cultivador	cultivateur; fabricant; horticulteur; maraîcher; producteur; pépiniériste; éleveur
granjero	agriculteur; cultivateur	cutéreux; fermier; lourdaud; paysan; plouc; péquenot; rustre
hortelano	cultivateur; horticulteur; maraîcher
horticultor	cultivateur; fabricant; horticulteur; maraîcher; producteur; éleveur	horticulteur
productor	cultivateur; fabricant; horticulteur; producteur; pépiniériste; éleveur	constructeur; fabricant; industriel; producteur
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
campesino		campagnard; champêtre; de façon rustique; effronté; effrontément; en rustre; grossier; grossièrement; impertinemment; impertinent; impudemment; impudent; insolemment; insolent; présomptueux; prétentieusement; prétentieux; rural; rustaud; rustique; rustre; sans façons; sans gêne; sans se gêner; sans vergogne; villageois; à la paysanne

agriculteur; éleveur; planteur; horticulteur; maraîcher; arboriculteur; laboureur; paysan; fermier; métayer; charrue; araire; brabant; motoculteur; exploitant; colon; cultivant; campagnard; rural; scarificateur; déchaumeuse; extirpateur

Cross Translation:

From	To	Via
• cultivateur	→ granjero; granjera	↔ farmer — person who works the land or who keeps livestock