Faiseur in het Spaans vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

faiseur:
- obrero de la construcción; autor; autora; elaborador; fabricante; creador; hacedor
Wiktionary:
- faiseur → tío

Frans

Uitgebreide vertaling voor faiseur (Frans) in het Spaans

le faiseur (ouvrier du bâtiment; constructeur)
el obrero de la construcción
- obrero de la construcción [el ~] zelfstandig naamwoord
le faiseur (auteur; constructeur; fabricant; architecte)
el autor; la autora; el elaborador; el fabricante; el creador; el hacedor
- autor [el ~] zelfstandig naamwoord
- autora [la ~] zelfstandig naamwoord
- elaborador [el ~] zelfstandig naamwoord
- fabricante [el ~] zelfstandig naamwoord
- creador [el ~] zelfstandig naamwoord
- hacedor [el ~] zelfstandig naamwoord
le faiseur (créateur; architecte; auteur; constructeur; inventeur; fabricant)
el creador
- creador [el ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
autor	architecte; auteur; constructeur; fabricant; faiseur	auteur; constructeur; coupable; initiateur; initiatrice; instigateur; poète; romancier; rédacteur publicitaire; rédacteur-concepteur; écrivain
autora	architecte; auteur; constructeur; fabricant; faiseur	auteur; femme de lettres; femme écrivain; poète
creador	architecte; auteur; constructeur; créateur; fabricant; faiseur; inventeur	auteur; créateur
elaborador	architecte; auteur; constructeur; fabricant; faiseur	constructeur; fabricant; industriel; producteur
fabricante	architecte; auteur; constructeur; fabricant; faiseur	constructeur; fabricant; industriel; producteur
hacedor	architecte; auteur; constructeur; fabricant; faiseur
obrero de la construcción	constructeur; faiseur; ouvrier du bâtiment
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
creador		constructeur; créateur
fabricante		fabriquant

Cross Translation:

From	To	Via
• faiseur	→ tío	↔ Macker — umgangssprachlich, abwertend: Mann; oftmals jemand, der mindestens etwas fremd ist und mit dem Beiklang Chauvi, Macho