Overzicht
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. nervosité:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor nervosité (Frans) in het Spaans

nervosité:

nervosité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la nervosité (énervement)
    la nervosidad; la tensión; el nerviosismo; la nerviosidad
  2. la nervosité
    la nerviosidad
  3. la nervosité (naturel peureux; énervement)
    el miedo
    • miedo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nervosité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
miedo naturel peureux; nervosité; énervement angoisse; anxiété; appréhension; caractère farouche; caractère ombrageux; crainte; effroi; frayeur; inquiétude; peur
nerviosidad nervosité; énervement agitation; ardeur; chaleur; excitation; trac
nerviosismo nervosité; énervement
nervosidad nervosité; énervement
tensión nervosité; énervement concentration; des rapports tendus; frottement; grippage; précipitation; situation tendue; stress; tension

Synoniemen voor "nervosité":


Wiktionary: nervosité

nervosité
noun
  1. état d’irritation des nerfs, d’excitabilité passager.

Cross Translation:
FromToVia
nervosité nerviosidad; nerviosismo nervousness — state or quality of being nervous

Computer vertaling door derden: