Sorcière in het Spaans vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

Frans

Uitgebreide vertaling voor sorcière (Frans) in het Spaans

la sorcière (virago; chienne; mégère; tarte; vache; charogne; dragon; chipie; vipère; furie; gendarme)
la arpía; el marimacho
- arpía [la ~] zelfstandig naamwoord
- marimacho [el ~] zelfstandig naamwoord
la sorcière
la bruja; la arpía; el lechuza; el brujilla; la víbora
- bruja [la ~] zelfstandig naamwoord
- arpía [la ~] zelfstandig naamwoord
- lechuza [el ~] zelfstandig naamwoord
- brujilla [el ~] zelfstandig naamwoord
- víbora [la ~] zelfstandig naamwoord
la sorcière (magicienne)
la bruja
- bruja [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
arpía	charogne; chienne; chipie; dragon; furie; gendarme; mégère; sorcière; tarte; vache; vipère; virago	charogne; chienne; nana; pince à courber; vache; épingle; épinglette
bruja	magicienne; sorcière	charogne; chienne; crapule; diablesse; démon succube; magicien; nana; pince à courber; salope; vache; épingle; épinglette
brujilla	sorcière
lechuza	sorcière	chouette nocturne; hibou; hibou nocturne
marimacho	charogne; chienne; chipie; dragon; furie; gendarme; mégère; sorcière; tarte; vache; vipère; virago	gendarme; grenadier; virago
víbora	sorcière
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
víbora		aspic; vipère
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
víbora		malicieux; méchant

devineresse; prophète; augure; aruspice; mage; magicienne; oracle; sibylle; pythie; pythonisse; voyante; visionnaire; chiromancienne; envoûteuse; guérisseuse; rebouteuse; hypnotiseuse

sorcière

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• sorcière	→ bruja	↔ crone — an ugly evil-looking or frightening old woman; a hag
• sorcière	→ bruja	↔ hag — a witch, sorceress, or enchantress; also, a wizard
• sorcière	→ bruja	↔ hag — an ugly old woman
• sorcière	→ brujo; hechicero	↔ sorcerer — magician/wizard drawing upon natural powers
• sorcière	→ bruja	↔ sorceress — magician/wizard drawing upon natural powers
• sorcière	→ bruja	↔ witch — person who uses magic
• sorcière	→ bruja	↔ witch — derogatory: ugly or unpleasant woman
• sorcière	→ bruja	↔ heks — een persoon, meestal een vrouw, aan wie bovennatuurlijke krachten worden toegeschreven
• sorcière	→ bruja	↔ Hexe — Volksglauben, Mythologie: bösgesinnte, meist hässlich aussehende, weibliche Märchen- oder Sagengestalt, welche oft mit einem Buckel, einer langen, krummen Nase dargestellt wird, und zauberische Kräfte besitzt (die hexen)