Home ->Woordenboeken ->Frans/Spaans ->Vertaal tractions

Vertaal tractions van Frans naar Spaans

Overzicht

Frans naar Spaans: Meer gegevens...

tractions:
- fuerzas motrices; fuerzas propulsoras; propulsiones
tracter:
- acarrear; arrastrar
Wiktionary:
- tracter → tratar bien, obsequiar, agasajar, remolcar

Frans

Uitgebreide vertaling voor tractions (Frans) in het Spaans

tractions:

tractions [la ~] zelfstandig naamwoord

la tractions (forces propulsives; actionnements; poussées; propulsions)
la fuerzas motrices; la fuerzas propulsoras; la propulsiones
- fuerzas motrices [la ~] zelfstandig naamwoord
- fuerzas propulsoras [la ~] zelfstandig naamwoord
- propulsiones [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tractions:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fuerzas motrices	actionnements; forces propulsives; poussées; propulsions; tractions	animateurs; meneurs; moteurs; motos
fuerzas propulsoras	actionnements; forces propulsives; poussées; propulsions; tractions
propulsiones	actionnements; forces propulsives; poussées; propulsions; tractions

tractions vorm van tracter:

tracter werkwoord (tracte, tractes, tractons, tractez, tractent, tractais, tractait, tractions, tractiez, tractaient, tractai, tractas, tracta, tractâmes, tractâtes, tractèrent, tracterai, tracteras, tractera, tracterons, tracterez, tracteront)

tracter (entraîner; tirer; traîner)
acarrear; arrastrar
- acarrear werkwoord
- arrastrar werkwoord

Conjugations for tracter:

Présent

tracte
tractes
tracte
tractons
tractez
tractent

imparfait

tractais
tractais
tractait
tractions
tractiez
tractaient

passé simple

tractai
tractas
tracta
tractâmes
tractâtes
tractèrent

futur simple

tracterai
tracteras
tractera
tracterons
tracterez
tracteront

subjonctif présent

que je tracte
que tu tractes
qu'il tracte
que nous tractions
que vous tractiez
qu'ils tractent

conditionnel présent

tracterais
tracterais
tracterait
tracterions
tracteriez
tracteraient

passé composé

ai tracté
as tracté
a tracté
avons tracté
avez tracté
ont tracté

divers

tracte!
tractez!
tractons!
tracté
tractant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor tracter:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
acarrear	entraîner; tirer; tracter; traîner
arrastrar	entraîner; tirer; tracter; traîner	arracher; coltiner; donner une secousse; déballer; en tirer; faire glisser; faire passer; faire passer à travers; lever; relever; remorquer; soulever; tirer; tirer fort; traîner

Synoniemen voor "tracter":

remorquer; tirer

Wiktionary: tracter

Cross Translation:

From	To	Via
• tracter	→ tratar bien; obsequiar; agasajar	↔ trakteren — lekkernijen aanbieden
• tracter	→ remolcar	↔ tow — pull something using a line

Computer vertaling door derden: