Overzicht
Frans naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. verges:


Frans

Uitgebreide vertaling voor verges (Frans) in het Spaans

verges:

verges [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la verges (manches; tiges; puits; timon)
    la vara; la lanzas de tiro; la cajas; el enganche
  2. la verges (tige; baguette)
    el azote
    • azote [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor verges:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
azote baguette; tige; verges calvaire; châtiment; fléau; fouet; maladie contagieuse; peste; plaies; tourment; épidémie
cajas manches; puits; tiges; timon; verges coffres-fort; contenaires; conteneurs; regards
enganche manches; puits; tiges; timon; verges accrochage; crochet; enjôlement; herminette
lanzas de tiro manches; puits; tiges; timon; verges
vara manches; puits; tiges; timon; verges archet du violon; bâton; herminette; manche du violon; perche; timon