Franse synoniemen van éclat, ander woord voor éclat

Remove Ads

Overzicht

Frans Synoniemen: Meer gegevens...

éclat:
- éclat; éruption; explosion; lustre; lueur; étincellement; scintillement; étincelle; lueur scintillante; reflet; flash; éclair; signal lumineux; éruption volcanique; fracas; détonation; grondement; brillance; commotion; bruit; cas; écharde; éclat de bois; fragment; morceau; tesson; éclisse; flocon; boucle; pellicule; copeau; puce; écaille; microprocesseur; déchargement; coup; choc; boum; lourde chute; coup violent; éclat extérieur

Frans

Uitgebreide synoniemen voor éclat in het Frans

éclat:

éclat [le ~] zelfstandig naamwoord

l'éclat
l'éclat; l'éruption; l'explosion
- éclat [le ~] zelfstandig naamwoord
- éruption [la ~] zelfstandig naamwoord
- explosion [la ~] zelfstandig naamwoord
l'éclat
l'éclat; le lustre; la lueur; l'étincellement; le scintillement
- éclat [le ~] zelfstandig naamwoord
- lustre [le ~] zelfstandig naamwoord
- lueur [la ~] zelfstandig naamwoord
- étincellement [le ~] zelfstandig naamwoord
- scintillement [le ~] zelfstandig naamwoord
l'éclat
l'étincelle; l'éclat; l'étincellement; le scintillement; la lueur scintillante
- étincelle [la ~] zelfstandig naamwoord
- éclat [le ~] zelfstandig naamwoord
- étincellement [le ~] zelfstandig naamwoord
- scintillement [le ~] zelfstandig naamwoord
- lueur scintillante [la ~] zelfstandig naamwoord
l'éclat
le reflet; le flash; l'étincellement; l'éclat; l'éclair; le scintillement; la lueur scintillante; la lueur; le signal lumineux
- reflet [le ~] zelfstandig naamwoord
- flash [le ~] zelfstandig naamwoord
- étincellement [le ~] zelfstandig naamwoord
- éclat [le ~] zelfstandig naamwoord
- éclair [le ~] zelfstandig naamwoord
- scintillement [le ~] zelfstandig naamwoord
- lueur scintillante [la ~] zelfstandig naamwoord
- lueur [la ~] zelfstandig naamwoord
- signal lumineux [le ~] zelfstandig naamwoord
l'éclat
l'éruption volcanique; l'éclat; le fracas; l'explosion; la détonation; le grondement
- éruption volcanique [la ~] zelfstandig naamwoord
- éclat [le ~] zelfstandig naamwoord
- fracas [le ~] zelfstandig naamwoord
- explosion [la ~] zelfstandig naamwoord
- détonation [la ~] zelfstandig naamwoord
- grondement [le ~] zelfstandig naamwoord
l'éclat
l'éclat; la brillance
- éclat [le ~] zelfstandig naamwoord
- brillance [la ~] zelfstandig naamwoord
l'éclat
la commotion; le bruit; l'éclat; le cas
- commotion [la ~] zelfstandig naamwoord
- bruit [le ~] zelfstandig naamwoord
- éclat [le ~] zelfstandig naamwoord
- cas [le ~] zelfstandig naamwoord
l'éclat
l'étincellement; l'éclat; le scintillement
- étincellement [le ~] zelfstandig naamwoord
- éclat [le ~] zelfstandig naamwoord
- scintillement [le ~] zelfstandig naamwoord
l'éclat
l'écharde; l'éclat de bois; le fragment; le morceau; le tesson; l'éclat; l'éclisse
- écharde [la ~] zelfstandig naamwoord
- éclat de bois [le ~] zelfstandig naamwoord
- fragment [le ~] zelfstandig naamwoord
- morceau [le ~] zelfstandig naamwoord
- tesson [le ~] zelfstandig naamwoord
- éclat [le ~] zelfstandig naamwoord
- éclisse [la ~] zelfstandig naamwoord
l'éclat
l'éclat
- éclat [le ~] zelfstandig naamwoord
l'éclat
le flocon; la boucle; la pellicule; le copeau; la puce; l'écaille; l'éclat; le microprocesseur
- flocon [le ~] zelfstandig naamwoord
- boucle [la ~] zelfstandig naamwoord
- pellicule [la ~] zelfstandig naamwoord
- copeau [le ~] zelfstandig naamwoord
- puce [la ~] zelfstandig naamwoord
- écaille [la ~] zelfstandig naamwoord
- éclat [le ~] zelfstandig naamwoord
- microprocesseur [le ~] zelfstandig naamwoord
l'éclat
le fracas; l'explosion; la détonation; l'éclat; le déchargement; le grondement
- fracas [le ~] zelfstandig naamwoord
- explosion [la ~] zelfstandig naamwoord
- détonation [la ~] zelfstandig naamwoord
- éclat [le ~] zelfstandig naamwoord
- déchargement [le ~] zelfstandig naamwoord
- grondement [le ~] zelfstandig naamwoord
l'éclat
le coup; le choc; le boum; le grondement; le fracas; la lourde chute; l'éclat; le coup violent
- coup [le ~] zelfstandig naamwoord
- choc [le ~] zelfstandig naamwoord
- boum [le ~] zelfstandig naamwoord
- grondement [le ~] zelfstandig naamwoord
- fracas [le ~] zelfstandig naamwoord
- lourde chute [la ~] zelfstandig naamwoord
- éclat [le ~] zelfstandig naamwoord
- coup violent [le ~] zelfstandig naamwoord
l'éclat
l'éclat; éclat extérieur
- éclat [le ~] zelfstandig naamwoord
- éclat extérieur

Alternatieve synoniemen voor "éclat":

apparat; pompe; faste; étalage; cérémonial; ostentation; solennité; luxe; cortège; beauté; splendeur; vénusté; magnificence; joliesse; harmonie; perfection; agrément; charme; délicatesse; distinction; fraîcheur; grâce; brillance; intensité; luminescence; luminosité; clarté; lumière; lueur; embrasement; illumination; nitescence; rayon; réverbération; transparence; aurore; aube; halo; diffraction; dignité; élégance; classe; panache; tenue; éducation; décence; fierté; honneur; écharde; épine; éclair; fulguration; foudre; flamme; bout; éclisse; esquille; flamboiement; éblouissement; feu; ardeur; gloire; célébrité; renom; honneurs; lauriers; immortalité; popularité; illustration; notoriété; retentissement; engouement; vogue; glorification; scintillement; étincelle; fulgurance; luisance; phosphorescence; lustre; plafonnier; opulence; somptuosité; rutilance; brillant; resplendissement; richesse; fortune; ressources; moyens; prospérité; biens; abondance; profusion; surabondance; excès; rire; rigoler; glousser; plaisanter; jouer; ignorer; hilarité; risée; sourire; scandale; esclandre; désordre; honte; indignation; tapage; son; tonalité; timbre; bruit; ton; sonorité; résonance; sien; à lui; à elle; tintamarre; vacarme; fracas; chahut; tumulte; cacophonie; clameur; confusion; vivacité; pénétration; brio

Verwante synoniemen voor éclat

Remove Ads

Synoniemen voor "éclat" in het Frans

Uitgebreide synoniemen voor éclat in het Frans

éclat:

éclat [le ~] zelfstandig naamwoord

l'éclat

l'éclat

l'éclat

l'éclat

l'éclat

l'éclat

l'éclat

l'éclat

l'éclat

l'éclat

l'éclat

l'éclat

l'éclat

l'éclat

Alternatieve synoniemen voor "éclat":

Verwante synoniemen voor éclat