Home ->Woordenboeken ->Frans/Frans ->Vertaal bleu

Synoniemen voor "bleu" in het Frans

Overzicht

Frans Synoniemen: Meer gegevens...

bleu:
- bleu
- bleus de travail; salopette; bleu; combinaison; bosse; contusion; lésion; meurtrissure; froissement; couard; lâche; poltron; pleutre; bizuth; débutant; blanc-bec; nouveau; novice; débutante; étudiant de première année; bizut

Frans

Uitgebreide synoniemen voor bleu in het Frans

bleu:

bleu bijvoeglijk naamwoord

bleu
bleu
- bleu bijvoeglijk naamwoord

bleu [le ~] zelfstandig naamwoord

le bleu
le bleus de travail; la salopette; le bleu; la combinaison
- bleus de travail [le ~] zelfstandig naamwoord
- salopette [la ~] zelfstandig naamwoord
- bleu [le ~] zelfstandig naamwoord
- combinaison [la ~] zelfstandig naamwoord
le bleu
la bosse; le bleu; la contusion; la lésion; la meurtrissure; le froissement
- bosse [la ~] zelfstandig naamwoord
- bleu [le ~] zelfstandig naamwoord
- contusion [la ~] zelfstandig naamwoord
- lésion [la ~] zelfstandig naamwoord
- meurtrissure [la ~] zelfstandig naamwoord
- froissement [le ~] zelfstandig naamwoord
le bleu
le couard; le lâche; le poltron; le pleutre; le bleu
- couard [le ~] zelfstandig naamwoord
- lâche [le ~] zelfstandig naamwoord
- poltron [le ~] zelfstandig naamwoord
- pleutre [le ~] zelfstandig naamwoord
- bleu [le ~] zelfstandig naamwoord
le bleu
le bizuth; le débutant; le blanc-bec; le bleu; le nouveau; le novice; la débutante
- bizuth [le ~] zelfstandig naamwoord
- débutant [le ~] zelfstandig naamwoord
- blanc-bec [le ~] zelfstandig naamwoord
- bleu [le ~] zelfstandig naamwoord
- nouveau [le ~] zelfstandig naamwoord
- novice [le ~] zelfstandig naamwoord
- débutante [la ~] zelfstandig naamwoord
le bleu
l'étudiant de première année; le bizuth; le bleu; le nouveau; le bizut
- étudiant de première année [le ~] zelfstandig naamwoord
- bizuth [le ~] zelfstandig naamwoord
- bleu [le ~] zelfstandig naamwoord
- nouveau [le ~] zelfstandig naamwoord
- bizut [le ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "bleu":

apprenti; élève; azur; ciel; firmament; bizut; bizuth; débutant; nouveau; néophyte; lapis-lazuli; ecchymose; conscrit; bleusaille; bleuté; bleui; contusion; coup; meurtrissure; bosse; blessure; lésion; hématome; inexpérimenté; inexpert; novice; ignorant; inhabile; sarrau; blouse; soldat; militaire; recrue; combattant; guerrier; engagé; volontaire; vétéran; troupier

Verwante synoniemen voor bleu