Frans

Uitgebreide synoniemen voor cancan in het Frans

cancan:

cancan [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le cancan
    le rumeur; le bavardage; le cancan; le racontars; le cancans; le son; la médisance; le papotage; la voix; la calomnie; le ragots; la commérage; le clabaudage
    • rumeur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bavardage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cancan [le ~] zelfstandig naamwoord
    • racontars [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cancans [le ~] zelfstandig naamwoord
    • son [le ~] zelfstandig naamwoord
    • médisance [la ~] zelfstandig naamwoord
    • papotage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • voix [la ~] zelfstandig naamwoord
    • calomnie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ragots [le ~] zelfstandig naamwoord
    • commérage [la ~] zelfstandig naamwoord
    • clabaudage [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. le cancan
    le bavardage; le cancan; le racontars; le racontar; le cancans
  3. le cancan
    le bavardage; le papotage; la commérage; le cancan; le ragots; le racontars; le clabaudage
  4. le cancan
    le blasphème; le clabaudage; la diffamation; le ragots; le discours diffamatoire; le cancan; le commérages; la calomnie; la médisance; la commérage; le racontars; le cancans
  5. le cancan
    la calomnie; la diffamation; le cancan; l'infamie; le commérages; le cancans

Alternatieve synoniemen voor "cancan":