Frans

Uitgebreide synoniemen voor cannelure in het Frans

cannelure:

cannelure [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cannelure
    le filet de vis; la cannelure
  2. la cannelure
    le sillon; la rainure; la crevasse; la tranchée; la fente; l'entrebâillement; le gouffre; la cannelure; la coupe-feu; le pare-feu; l'entaille; le précipice; le ravin; la gorge
  3. la cannelure
    la ride; la rainure; la cannelure; la fente; la coulisse; le sillon; la tranchée; le fossé; la carrière; la fosse; l'entaille; la feuillure
    • ride [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rainure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cannelure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fente [la ~] zelfstandig naamwoord
    • coulisse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sillon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tranchée [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fossé [le ~] zelfstandig naamwoord
    • carrière [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fosse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • entaille [la ~] zelfstandig naamwoord
    • feuillure [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. la cannelure
    la rainure; la strie; la cannelure
    • rainure [la ~] zelfstandig naamwoord
    • strie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cannelure [la ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "cannelure":