Frans

Uitgebreide synoniemen voor circuit in het Frans

circuit:

circuit [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le circuit
    le circuit; la piste
    • circuit [le ~] zelfstandig naamwoord
    • piste [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. le circuit
    le parcours; le circuit; la piste; la patinoire
    • parcours [le ~] zelfstandig naamwoord
    • circuit [le ~] zelfstandig naamwoord
    • piste [la ~] zelfstandig naamwoord
    • patinoire [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. le circuit
    le tour; l'excursion; la tournée; le petit tour; la virée; la balade; le circuit; la promenade
    • tour [le ~] zelfstandig naamwoord
    • excursion [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tournée [la ~] zelfstandig naamwoord
    • petit tour [le ~] zelfstandig naamwoord
    • virée [la ~] zelfstandig naamwoord
    • balade [la ~] zelfstandig naamwoord
    • circuit [le ~] zelfstandig naamwoord
    • promenade [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. le circuit
    la piste; le rond; le cercle; le stade; le circuit
    • piste [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rond [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cercle [le ~] zelfstandig naamwoord
    • stade [le ~] zelfstandig naamwoord
    • circuit [le ~] zelfstandig naamwoord
  5. le circuit
    le circuit électrique; le circuit
  6. le circuit
    l'évolution cyclique; le cycle; le circuit

Alternatieve synoniemen voor "circuit":


Verwante synoniemen voor circuit