Frans

Uitgebreide synoniemen voor fanatique in het Frans

fanatique:

fanatique bijvoeglijk naamwoord

  1. fanatique
    fanatique
  2. fanatique
    épris; fanatique; possédé; fervent
  3. fanatique
    motivé; fanatique; possédé; épris
  4. fanatique
    fervent; exalté; fanatique; avec exaltation
  5. fanatique
    passionné; possédé; épris; fanatique

fanatique [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le fanatique
    le partisan; le fanatique; le maniaque; le fana
    • partisan [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fanatique [le ~] zelfstandig naamwoord
    • maniaque [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fana [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. le fanatique
    le zélateur; le fanatique; la zélatrice
  3. le fanatique
    le mordu; l'enragé; l'exalté; le fana; le fanatique; le zélateur
    • mordu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • enragé [le ~] zelfstandig naamwoord
    • exalté [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fana [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fanatique [le ~] zelfstandig naamwoord
    • zélateur [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. le fanatique
    le maniaque; le fervent; le fana; le fanatique
    • maniaque [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fervent [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fana [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fanatique [le ~] zelfstandig naamwoord
  5. le fanatique
    le maniaque; le fervent; le fana; le fanatique; le zélateur
    • maniaque [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fervent [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fana [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fanatique [le ~] zelfstandig naamwoord
    • zélateur [le ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "fanatique":


Verwante synoniemen voor fanatique