Home ->Woordenboeken ->Frans/Frans ->Vertaal grosseur

Synoniemen voor "grosseur" in het Frans

Overzicht

Frans Synoniemen: Meer gegevens...

grosseur:
- épaisseur; grosseur; consistance; voluminosité; corpulence; embonpoint
- bosse; enflure; grosseur; boule; renflement

Frans

Uitgebreide synoniemen voor grosseur in het Frans

grosseur:

grosseur [la ~] zelfstandig naamwoord

la grosseur
l'épaisseur; la grosseur; la consistance; la voluminosité; la corpulence; l'embonpoint
- épaisseur [la ~] zelfstandig naamwoord
- grosseur [la ~] zelfstandig naamwoord
- consistance [la ~] zelfstandig naamwoord
- voluminosité [la ~] zelfstandig naamwoord
- corpulence [la ~] zelfstandig naamwoord
- embonpoint [le ~] zelfstandig naamwoord
la grosseur
la grosseur; l'épaisseur
- grosseur [la ~] zelfstandig naamwoord
- épaisseur [la ~] zelfstandig naamwoord

grosseur [le ~] zelfstandig naamwoord

le grosseur
la bosse; l'enflure; le grosseur; la boule; le renflement
- bosse [la ~] zelfstandig naamwoord
- enflure [la ~] zelfstandig naamwoord
- grosseur [le ~] zelfstandig naamwoord
- boule [la ~] zelfstandig naamwoord
- renflement [le ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "grosseur":

boursouflure; ballonnement; bouffissure; boursouflement; bubon; bulle; cloque; enflure; gonflement; oedème; tumeur; turgescence; corpulence; embonpoint; empâtement; épaississement; obésité; rondeur; dimension; grandeur; proportion; mesure; mensuration; largeur; longueur; hauteur; profondeur; épaisseur; importance; taille; format; rotondité; recouvrement; dilatation; tuméfaction; bosse; consistance; étendue; abondance; compacité; densité; lourdeur; viscosité; calibre; abcès; intumescence; adiposité