Home ->Woordenboeken ->Frans/Frans ->Vertaal insuffisance

Synoniemen voor "insuffisance" in het Frans

Overzicht

Frans Synoniemen: Meer gegevens...

insuffisance:
- manque; déficit; insuffisance; pénurie; défiance; carence; défaut; disette; défaillance; incapacité; incompétence; inaptitude

Frans

Uitgebreide synoniemen voor insuffisance in het Frans

insuffisance:

insuffisance [la ~] zelfstandig naamwoord

l'insuffisance
le manque; le déficit; l'insuffisance; la pénurie; la défiance; la carence; le défaut; la disette
- manque [le ~] zelfstandig naamwoord
- déficit [le ~] zelfstandig naamwoord
- insuffisance [la ~] zelfstandig naamwoord
- pénurie [la ~] zelfstandig naamwoord
- défiance [la ~] zelfstandig naamwoord
- carence [la ~] zelfstandig naamwoord
- défaut [le ~] zelfstandig naamwoord
- disette [la ~] zelfstandig naamwoord
l'insuffisance
la défaillance; l'insuffisance; le défaut; le déficit; le manque; la pénurie
- défaillance [la ~] zelfstandig naamwoord
- insuffisance [la ~] zelfstandig naamwoord
- défaut [le ~] zelfstandig naamwoord
- déficit [le ~] zelfstandig naamwoord
- manque [le ~] zelfstandig naamwoord
- pénurie [la ~] zelfstandig naamwoord
l'insuffisance
l'insuffisance
- insuffisance [la ~] zelfstandig naamwoord
l'insuffisance
l'incapacité; l'incompétence; l'inaptitude; l'insuffisance
- incapacité [la ~] zelfstandig naamwoord
- incompétence [la ~] zelfstandig naamwoord
- inaptitude [la ~] zelfstandig naamwoord
- insuffisance [la ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "insuffisance":

ignorance; incompétence; incapacité; impéritie; inaptitude; lacune; inexpérience; bêtise; ânerie; impuissance; impossibilité; invalidité; carence; défaut; manque; déficit; imperfection; médiocrité; petitesse; pauvreté; platitude; modestie