Frans
Uitgebreide synoniemen voor râleur in het Frans
râleur:
-
le râleur
-
le râleur
le grognon; l'ours; le râleur; le ronchon; le mécontent; le bougon; la râleuse; le rouspéteur; le revendicateur; le ronchonneur -
le râleur
-
râleur
irrité; de mauvaise humeur; plaignant; grincheux; grognon; maussade; râleur; irascible; plaintif; bourru; dolent; gémissant; plaintivement-
irrité bijvoeglijk naamwoord
-
de mauvaise humeur bijvoeglijk naamwoord
-
plaignant bijvoeglijk naamwoord
-
grincheux bijvoeglijk naamwoord
-
grognon bijvoeglijk naamwoord
-
maussade bijvoeglijk naamwoord
-
râleur bijvoeglijk naamwoord
-
irascible bijvoeglijk naamwoord
-
plaintif bijvoeglijk naamwoord
-
bourru bijvoeglijk naamwoord
-
dolent bijvoeglijk naamwoord
-
gémissant bijvoeglijk naamwoord
-
plaintivement bijvoeglijk naamwoord
-