Frans

Uitgebreide synoniemen voor snack in het Frans

snack:

snack [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le snack
    l'amuse-gueule; la bouchée; le snack; la friandise; le coupe-faim; le coup de dent; le repas que l'on sert à toute heure
  2. le snack
    la cafétéria; le snack-bar; la friterie; la baraque à frites; le snack

Alternatieve synoniemen voor "snack":


Verwante synoniemen voor snack