Home ->Woordenboeken ->Frans/Frans ->Vertaal viveur

Synoniemen voor "viveur" in het Frans

Overzicht

Frans Synoniemen: Meer gegevens...

viveur:
- noceur; bon vivant; bambocheur; viveur; vadrouilleur; vieux marcheur

Frans

Uitgebreide synoniemen voor viveur in het Frans

viveur:

viveur [le ~] zelfstandig naamwoord

le viveur
le noceur; le bon vivant; le bambocheur; le viveur; le vadrouilleur; le vieux marcheur
- noceur [le ~] zelfstandig naamwoord
- bon vivant [le ~] zelfstandig naamwoord
- bambocheur [le ~] zelfstandig naamwoord
- viveur [le ~] zelfstandig naamwoord
- vadrouilleur [le ~] zelfstandig naamwoord
- vieux marcheur [le ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "viveur":

fêtard; débauché; noceur; noctambule; bambocheur; play-boy; séducteur; enjôleur; tombeur; amant