Frans

Uitgebreide synoniemen voor zélateur in het Frans

zélateur:

zélateur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le zélateur
    le partisan; le supporter; le zélateur; le défenseur; le promoteur; l'allié
  2. le zélateur
    le zélateur; le fanatique; la zélatrice
  3. le zélateur
    le mordu; l'enragé; l'exalté; le fana; le fanatique; le zélateur
    • mordu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • enragé [le ~] zelfstandig naamwoord
    • exalté [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fana [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fanatique [le ~] zelfstandig naamwoord
    • zélateur [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. le zélateur
    le défenseur; le promoteur; l'avocat; le champion; le zélateur
  5. le zélateur
    le maniaque; le fervent; le fana; le fanatique; le zélateur
    • maniaque [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fervent [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fana [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fanatique [le ~] zelfstandig naamwoord
    • zélateur [le ~] zelfstandig naamwoord
  6. le zélateur
    le suiveur; le copieur; le simulateur; le zélateur; l'imitateur

Alternatieve synoniemen voor "zélateur":