Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. mousse:
  2. mousser:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. mousse:
    • Wiktionary:
      mousse → mousse


Frans

Uitgebreide vertaling voor mousse (Frans) in het Nederlands

mousse:

mousse [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la mousse (écume)
    het schuim
    • schuim [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la mousse (écume)
    het bruis
    • bruis [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la mousse (camelote; canaille; plèbe; racaille)
    het uitvaagsel

mousse [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le mousse (stagiaire; apprentie; apprenti; pupille; jeune apprenti)
    de stagiair; iemand die stage loopt
  2. le mousse (apprenti; stagiaire; pupille; jeune apprenti)
    het jongmaatje
  3. le mousse (apprenti; stagiaire; pupille)
    de leerjongen; de kwekeling
  4. le mousse (novice)
    de scheepsjongen; de kajuitsjongen

Vertaal Matrix voor mousse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bruis mousse; écume
iemand die stage loopt apprenti; apprentie; jeune apprenti; mousse; pupille; stagiaire
jongmaatje apprenti; jeune apprenti; mousse; pupille; stagiaire
kajuitsjongen mousse; novice
kwekeling apprenti; mousse; pupille; stagiaire
leerjongen apprenti; mousse; pupille; stagiaire apprenti
scheepsjongen mousse; novice
schuim mousse; écume
stagiair apprenti; apprentie; jeune apprenti; mousse; pupille; stagiaire habitant; interne; résidant
uitvaagsel camelote; canaille; mousse; plèbe; racaille

Synoniemen voor "mousse":


Wiktionary: mousse

mousse
noun
  1. Plante rase des lieux humides
    • moussemos
  2. Amas serré de bulles
  3. Dessert plein de bulles
adjective
  1. (vieilli) Qui est émoussé, qui a perdu son tranchant, en parlant d’une lame.
mousse
noun
  1. iets dat veel luchtbellen bevat

Cross Translation:
FromToVia
mousse scheepsjongen cabin boy — a boy serving on a ship
mousse schuim foam — foam
mousse schuim froth — foam
mousse mos moss — plants of the division Bryophyta
mousse schuim Schaummeist nur im Singular: Gasbläschen, die von flüssigen Wand eingeschlossen sind

mousse vorm van mousser:

mousser werkwoord (mousse, mousses, moussons, moussez, )

  1. mousser (pétiller; être en effervescence; scintiller; bruire)
    sprankelen; opbruisen; mousseren; tintelen
    • sprankelen werkwoord (sprankel, sprankelt, sprankelde, sprankelden, gesprankeld)
    • opbruisen werkwoord (bruis op, bruist op, bruiste op, bruisten op, opgebruist)
    • mousseren werkwoord (mousseer, mousseert, mousseerde, mousseerden, gemousseerd)
    • tintelen werkwoord (tintel, tintelt, tintelde, tintelden, getinteld)
  2. mousser (écumer)
    schuimen; schuim vormen
    • schuimen werkwoord (schuim, schuimt, schuimde, schuimden, geschuimd)
    • schuim vormen werkwoord (vorm schuim, vormt schuim, vormde schuim, vormden schuim, schuim gevormd)

Conjugations for mousser:

Présent
  1. mousse
  2. mousses
  3. mousse
  4. moussons
  5. moussez
  6. moussent
imparfait
  1. moussais
  2. moussais
  3. moussait
  4. moussions
  5. moussiez
  6. moussaient
passé simple
  1. moussai
  2. moussas
  3. moussa
  4. moussâmes
  5. moussâtes
  6. moussèrent
futur simple
  1. mousserai
  2. mousseras
  3. moussera
  4. mousserons
  5. mousserez
  6. mousseront
subjonctif présent
  1. que je mousse
  2. que tu mousses
  3. qu'il mousse
  4. que nous moussions
  5. que vous moussiez
  6. qu'ils moussent
conditionnel présent
  1. mousserais
  2. mousserais
  3. mousserait
  4. mousserions
  5. mousseriez
  6. mousseraient
passé composé
  1. ai moussé
  2. as moussé
  3. a moussé
  4. avons moussé
  5. avez moussé
  6. ont moussé
divers
  1. mousse!
  2. moussez!
  3. moussons!
  4. moussé
  5. moussant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor mousser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sprankelen gloire; honneur; scintillement; splendeur; étincellement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mousseren bruire; mousser; pétiller; scintiller; être en effervescence
opbruisen bruire; mousser; pétiller; scintiller; être en effervescence
schuim vormen mousser; écumer
schuimen mousser; écumer
sprankelen bruire; mousser; pétiller; scintiller; être en effervescence briller; resplendir; étinceler
tintelen bruire; mousser; pétiller; scintiller; être en effervescence

Synoniemen voor "mousser":


Wiktionary: mousser


Cross Translation:
FromToVia
mousser schuimen foam — form or emit foam

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van mousse