Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- bruis:
- bruisen:
-
Wiktionary:
- bruisen → être trépidant
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bruis (Nederlands) in het Frans
bruis:
-
het bruis
Vertaal Matrix voor bruis:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mousse | bruis | iemand die stage loopt; jongmaatje; kajuitsjongen; kwekeling; leerjongen; scheepsjongen; schuim; stagiair; uitvaagsel |
écume | bruis | schuim |
Verwante woorden van "bruis":
bruisen:
Vertaal Matrix voor bruisen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bouillonnement | borrelen; bruisen; geborrel; gebubbel | geborrel; gebruis; gepruttel; gesputter; het bruisen; opbruising |