Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. mixte:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. mixen:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor mixte (Frans) in het Nederlands

mixte:

mixte bijvoeglijk naamwoord

  1. mixte (mélangé; mêlé)
    gemengd; gemêleerd; gemixed
  2. mixte (mélangé en remuant; mélangé; brassé; mêlé; remué)
    gemengd; door elkaar geroerd
  3. mixte (hommes et femmes; mixé; mêlé; mélangé)
    gemengd; man en vrouw samen
  4. mixte (joint; mêlé; mélangé; mixé)
    samengevoegd; bijeengevoegd

Vertaal Matrix voor mixte:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gemengd brassé; hommes et femmes; mixte; mixé; mélangé; mélangé en remuant; mêlé; remué
gemêleerd mixte; mélangé; mêlé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijeengevoegd joint; mixte; mixé; mélangé; mêlé
door elkaar geroerd brassé; mixte; mélangé; mélangé en remuant; mêlé; remué
gemixed mixte; mélangé; mêlé
man en vrouw samen hommes et femmes; mixte; mixé; mélangé; mêlé
samengevoegd joint; mixte; mixé; mélangé; mêlé

Synoniemen voor "mixte":


Wiktionary: mixte

mixte
adjective
  1. Qui est mélanger, qui est composé de plusieurs choses de différente nature et qui participe de la nature des unes et des autres.

Cross Translation:
FromToVia
mixte gemengd mixed — having two or more separate aspects

Verwante vertalingen van mixte



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mixte (Nederlands) in het Frans

mixen:

mixen werkwoord (mix, mixt, mixte, mixten, gemixt)

  1. mixen (roeren)
    mixer; mélanger; remuer; actionner
    • mixer werkwoord (mixe, mixes, mixons, mixez, )
    • mélanger werkwoord (mélange, mélanges, mélangeons, mélangez, )
    • remuer werkwoord (remue, remues, remuons, remuez, )
    • actionner werkwoord (actionne, actionnes, actionnons, actionnez, )

Conjugations for mixen:

o.t.t.
  1. mix
  2. mixt
  3. mixt
  4. mixen
  5. mixen
  6. mixen
o.v.t.
  1. mixte
  2. mixte
  3. mixte
  4. mixten
  5. mixten
  6. mixten
v.t.t.
  1. heb gemixt
  2. hebt gemixt
  3. heeft gemixt
  4. hebben gemixt
  5. hebben gemixt
  6. hebben gemixt
v.v.t.
  1. had gemixt
  2. had gemixt
  3. had gemixt
  4. hadden gemixt
  5. hadden gemixt
  6. hadden gemixt
o.t.t.t.
  1. zal mixen
  2. zult mixen
  3. zal mixen
  4. zullen mixen
  5. zullen mixen
  6. zullen mixen
o.v.t.t.
  1. zou mixen
  2. zou mixen
  3. zou mixen
  4. zouden mixen
  5. zouden mixen
  6. zouden mixen
en verder
  1. ben gemixt
  2. bent gemixt
  3. is gemixt
  4. zijn gemixt
  5. zijn gemixt
  6. zijn gemixt
diversen
  1. mix!
  2. mixt!
  3. gemixt
  4. mixend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

mixen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het mixen (mengen; melêren; vermengen)
    le mélange; la fusion; la mixture; la mixtion
    • mélange [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fusion [la ~] zelfstandig naamwoord
    • mixture [la ~] zelfstandig naamwoord
    • mixtion [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mixen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fusion melêren; mengen; mixen; vermengen amalgamatie; amalgamering; fusie; menging; samensmelting; versmelting
mixtion melêren; mengen; mixen; vermengen amalgamatie; brouwsel; fusie; melange; mengsel; versmelting
mixture melêren; mengen; mixen; vermengen amalgamatie; fusie; melange; mengsel; versmelting
mélange melêren; mengen; mixen; vermengen allegaartje; amalgamatie; brouwsel; fusie; melange; mengeling; mengelmoes; menging; mengsel; mix; mêleren; samenraapsel; vermenging; versmelting
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actionner mixen; roeren aandrijven; aansporen; beroeren; bewegen; gerechtelijk vervolgen; in beweging brengen; manoeuvreren; marcheren; opkrikken; opwekken; prikkelen; stimuleren; vervolgen
mixer mixen; roeren dooreenmengen; mengen; vermengen
mélanger mixen; roeren aan mengsel toevoegen; aanroeren; aanstippen; beroeren; bijmengen; door elkaar schudden; dooreenmengen; doorelkaargooien; even aanraken; husselen; hutselen; mengen; roeren; vermengen
remuer mixen; roeren agiteren; beroeren; bewegen; in beroering brengen; in beweging brengen; omroeren; ontroeren; op en neer bewegen; oppoken; opstoken; raken; roeren; rondroeren; spartelen; treffen; verroeren

Verwante woorden van "mixen":


Wiktionary: mixen

mixen
Cross Translation:
FromToVia
mixen mixer mix — music: combine several tracks
mixen mélanger; mêler mixen — etwas, insbesondere alkoholische Getränke mischen
mixen mélanger; mêler mixen — etwas mit Hilfe eines Mixers zerkleinern und mischen