Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ticket de caisse:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor ticket de caisse (Frans) in het Nederlands

ticket de caisse:

ticket de caisse [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le ticket de caisse (reçu; quittance; facture)
    de kassabon
    • kassabon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le ticket de caisse (reçu; récépissé de versement; récépissé; )
    het ontvangstbewijs; het reçu

Vertaal Matrix voor ticket de caisse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kassabon facture; quittance; reçu; ticket de caisse
ontvangstbewijs quittance; reçu; récipissé; récépissé; récépissé de versement; ticket; ticket de caisse
reçu quittance; reçu; récipissé; récépissé; récépissé de versement; ticket; ticket de caisse quittance; reçu; récépissé; récépissé de versement; ticket

Wiktionary: ticket de caisse

ticket de caisse
noun
  1. reçu donné au client après payement de ses achats dans un magasin de détail.

Verwante vertalingen van ticket de caisse



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ticket de caisse (Nederlands) in het Frans

Verwante vertalingen van ticket de caisse