Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. être coincé:


Frans

Uitgebreide vertaling voor être coincé (Frans) in het Nederlands

être coincé:

être coincé werkwoord

  1. être coincé (être fixé; être immobilisé; être dans une impasse)
    vastzitten; klemzitten
    • vastzitten werkwoord (zit vast, zat vast, zaten vast, vastgezeten)
    • klemzitten werkwoord (zit klem, zat klem, zaten klem, klem gezeten)
  2. être coincé (avoir des difficultés)
    omhoogzitten
    • omhoogzitten werkwoord (zit omhoog, zat omhoog, zaten omhoog, omhooggezeten)

Vertaal Matrix voor être coincé:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klemzitten être coincé; être dans une impasse; être fixé; être immobilisé
omhoogzitten avoir des difficultés; être coincé avoir des difficultés
vastzitten être coincé; être dans une impasse; être fixé; être immobilisé

Verwante vertalingen van être coincé