Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal abréviation

Vertaal abréviation van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

abréviation:
- afkorting; afkorten
Wiktionary:
- abréviation → afkorting, bekorting, inkorting, abbreviatie
- abréviation → afkorting

Frans

Uitgebreide vertaling voor abréviation (Frans) in het Nederlands

abréviation:

abréviation [la ~] zelfstandig naamwoord

l'abréviation
de afkorting
- afkorting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'abréviation (action d'abréger)
afkorten
- afkorten [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor abréviation:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afkorten	abréviation; action d'abréger
afkorting	abréviation
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afkorten		abréger; raccourcir; réduire; résumer; écourter

Synoniemen voor "abréviation":

raccourci; sigle; initiales; abrégé; signe

Wiktionary: abréviation

abréviation

noun

action d’abréger ; résultat de cette action.
- abréviation → afkorting; bekorting; inkorting

abréviation

noun

het inkorten van een woord of een frase
- abbreviatie; afkorting → abréviation

Cross Translation:

From	To	Via
• abréviation	→ afkorting	↔ abbreviation — shortened or contracted form of a word or phrase