Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. accessible:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor accessible (Frans) in het Nederlands

accessible:

accessible bijvoeglijk naamwoord

  1. accessible (approchable; abordable; viable; )
    bereikbaar; toegankelijk; begaanbaar
  2. accessible (abordable; avenant; approchable; ouvert; indulgent)
    toegankelijk; aanspreekbaar; toeschietelijk; benaderbaar; genaakbaar
  3. accessible (ouvert; avenant; franc; abordable; s'un abord facile)
    toegankelijk; benaderbaar; genaakbaar; open

Vertaal Matrix voor accessible:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanspreekbaar abordable; accessible; approchable; avenant; indulgent; ouvert
begaanbaar abordable; accessible; approchable; faisable; ouvert; réalisable; viable; à faire; à portée de
benaderbaar abordable; accessible; approchable; avenant; franc; indulgent; ouvert; s'un abord facile
bereikbaar abordable; accessible; approchable; faisable; ouvert; réalisable; viable; à faire; à portée de
open abordable; accessible; avenant; franc; ouvert; s'un abord facile carrément; de bonne foi; directement; droit; fidèle; franc; franche; franchement; honnête; honnêtement; intègre; ouvert; pas fermé; sans détour; sans détours; sincère; sincèrement; tout droit
toegankelijk abordable; accessible; approchable; avenant; faisable; franc; indulgent; ouvert; réalisable; s'un abord facile; viable; à faire; à portée de
toeschietelijk abordable; accessible; approchable; avenant; indulgent; ouvert accommodant; bienveillant; complaisant; obligeamment; obligeant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
genaakbaar abordable; accessible; approchable; avenant; franc; indulgent; ouvert; s'un abord facile

Synoniemen voor "accessible":


Wiktionary: accessible

accessible
adjective
  1. Où l’on peut accéder.
accessible
adjective
  1. te bereiken

Cross Translation:
FromToVia
accessible toegangelijk zugänglichvon Dingen und Sachen

Verwante vertalingen van accessible