Frans

Uitgebreide vertaling voor agressif (Frans) in het Nederlands

agressif:

agressif bijvoeglijk naamwoord

  1. agressif (offensif; offensivement; agressivement)
    offensief; agressief; aanvallend
  2. agressif (violent; violemment; agressivement; )
    gewelddadig; agressief
  3. agressif (assuré; sûr de soi; avec assurance; )
    assertief; zelfbewust
  4. agressif (macho; arrogant)
    hanig
    • hanig bijvoeglijk naamwoord
  5. agressif (revêche; âpre; virulent; )
    grimmig; verbeten
  6. agressif (querelleur; belliqueux)
    ruzieachtig; op ruzie lijkend
  7. agressif (férocement; âpre; aigre; )
    verbitterd; bitter teleurgesteld
  8. agressif (virulent; furieux; enragé; )
    felle
    • felle bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor agressif:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
offensief assaut; attaque; attaque à main armée; charge; hold-up; invasion; rafle; razzia; rush; rushes; ruée
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvallend agressif; agressivement; offensif; offensivement
agressief agressif; agressivement; brutal; brutalement; offensif; offensivement; rude; rudement; sauvage; sauvagement; violemment; violent
assertief agressif; agressivement; assuré; avec assurance; capable de s'affirmer; capable de s'imposer; sûr de soi
gewelddadig agressif; agressivement; brutal; brutalement; rude; rudement; sauvage; sauvagement; violemment; violent
grimmig acharné; agressif; aigre; aigrement; aigri; en colère; enragé; fou de rage; furibond; furieusement; furieux; fâché contre; férocement; irrité; irrité contre; revêche; ulcéré; virulent; âpre; âprement
hanig agressif; arrogant; macho acerbe; aigre; aigrement; aigu; avec virulence; coupant; cuisant; dur; fervent; fin; intense; net; passionné; perspicace; perçant; piquant; pointu; rigide; rigoureusement; rigoureux; rude; strictement; sévère; sévèrement; tranchant; vif; violent
offensief agressif; agressivement; offensif; offensivement
ruzieachtig agressif; belliqueux; querelleur
verbeten acharné; agressif; aigre; aigrement; aigri; en colère; enragé; fou de rage; furibond; furieusement; furieux; fâché contre; férocement; irrité; irrité contre; revêche; ulcéré; virulent; âpre; âprement acharné; enragé; furieusement; fâché contre; haineux; irrité; irrité contre; opprimé; rancunier; réprimé; ulcéré; vindicatif; virulent; âcre; âpre; âprement
verbitterd agressif; aigre; aigrement; aigri; en colère; enragé; fou de rage; furieusement; furieux; fâché contre; férocement; irrité; irrité contre; ulcéré; virulent; âcre; âpre; âprement
zelfbewust agressif; agressivement; assuré; avec assurance; capable de s'affirmer; capable de s'imposer; sûr de soi
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bitter teleurgesteld agressif; aigre; aigrement; aigri; en colère; enragé; fou de rage; furieusement; furieux; fâché contre; férocement; irrité; irrité contre; ulcéré; virulent; âcre; âpre; âprement
felle agressif; en colère; enragé; furieusement; furieux; férocement; virulent
op ruzie lijkend agressif; belliqueux; querelleur

Synoniemen voor "agressif":


Wiktionary: agressif

agressif
adjective
  1. Qui tenir de l’agression, qui a le caractère de l’agression.
agressif
adjective
  1. aanvallend

Cross Translation:
FromToVia
agressif agressief aggressive — tending or disposed to aggress
agressif agressief; provocateur; vechtjas; strijdlustig; ruziemaker contentious — given to struggling
agressif strijdlustig; vechtlustig; strijdbaar feisty — belligerent
agressif offensief; aanvallend offensivfremdsprachlich: angriffslustig, den Angriff vorziehend/liebend

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van agressif