Frans

Uitgebreide vertaling voor arrêts (Frans) in het Nederlands

arrêts:

arrêts [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'arrêts (saisies)
    de arresten
    • arresten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. l'arrêts (interdiction de sortir)
    het kwartierarrest
  3. l'arrêts (jugement)
    berechten
  4. l'arrêts (stagnations)
    stilstanden
  5. l'arrêts
    stoppegeld
  6. l'arrêts (jugements; sentences; condamnations)
    de vonnissen; oordeelvellingen

Vertaal Matrix voor arrêts:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arresten arrêts; saisies
berechten arrêts; jugement
kwartierarrest arrêts; interdiction de sortir
oordeelvellingen arrêts; condamnations; jugements; sentences
stilstanden arrêts; stagnations
stoppegeld arrêts
vonnissen arrêts; condamnations; jugements; sentences
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berechten condamner; juger; poursuivre
vonnissen condamner; damner; juger; prononcer un arrêt; réprouver; sentencier

Computer vertaling door derden: