Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. attente:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor attente (Frans) in het Nederlands

attente:

attente [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'attente (espoir; espérance; perspective; anticipation)
    de verwachting; de hoop; de afwachting
  2. l'attente (grossesse)
    de verwachting; de zwangerschap; de dracht
  3. l'attente
    afwachten
  4. l'attente
    opwachten

Vertaal Matrix voor attente:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afwachten attente
afwachting anticipation; attente; espoir; espérance; perspective
dracht attente; grossesse costume folklorique; costume régional; costume traditionnel
hoop anticipation; attente; espoir; espérance; perspective abondance; accumulation; amas; amoncellement; assemblage; attroupement; bande; clique; crotte; cumul; des tas de gens; encombrement; entassement; excréments; foule; grand nombre de personnes; grande quantité; grande quantité de personnes; horde; masse; merde; meute; monceau; montagne; motte; multitude; multitude de gens; pile; profusion; quantité; ramas; rassemblement; tas; troupe; étron
opwachten attente
verwachting anticipation; attente; espoir; espérance; grossesse; perspective
zwangerschap attente; grossesse
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afwachten attendre; guetter; patienter
opwachten attendre

Synoniemen voor "attente":


Wiktionary: attente

attente
noun
  1. Traductions à trier suivant le sens
attente
noun
  1. datgene wat verwacht wordt

Cross Translation:
FromToVia
attente afwachting; verwachting expectation — act or state of expecting
attente verwachting expectation — that which is expected or looked for
attente wachten; afwachten waiting — The act of staying or remaining in expectation

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van attente