Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bibelot:


Frans

Uitgebreide vertaling voor bibelot (Frans) in het Nederlands

bibelot:

bibelot [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le bibelot (babiole)
    het hebbeding; de snuisterij
  2. le bibelot (mesquinerie; bagatelle; babiole; )
    de snuisterij; de kleinigheid

Vertaal Matrix voor bibelot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hebbeding babiole; bibelot
kleinigheid babiole; bagatelle; bibelot; colifichet; mesquinerie; petit rien; petite chose babiole; bagatelle; chose sans importance; détail; fait accessoire; futilité; jeu d'enfant; petit cadeau; petit peu; petite chose; rien; rien du tout
snuisterij babiole; bagatelle; bibelot; colifichet; mesquinerie; petit rien; petite chose

Synoniemen voor "bibelot":