Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal brasse

Vertaal brasse van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

brasse:
- schoolslag
brasser:
- bierbrouwen
Wiktionary:
- brasse → schoolslag
- brasse → schoolslag, vadem, slag
- brasser → brouwen, door elkaar mengen, veel zaken tegelijk doen, dooreen schudden, kaarten schudden, brassen, samenzweren, bekonkelen, aansluiten, connecteren
- brasser → brouwen

Frans

Uitgebreide vertaling voor brasse (Frans) in het Nederlands

brasse:

brasse [la ~] zelfstandig naamwoord

la brasse
de schoolslag
- schoolslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor brasse:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
schoolslag	brasse

Synoniemen voor "brasse":

nage; natation; crawl; indienne

Wiktionary: brasse

brasse

noun

Style de nage.
- brasse → schoolslag

Cross Translation:

From	To	Via
• brasse	→ schoolslag	↔ breaststroke — swimming stroke
• brasse	→ vadem	↔ fathom — measure of length
• brasse	→ slag	↔ stroke — particular style of swimming

brasser:

brasser werkwoord (brasse, brasses, brassons, brassez, brassent, brassais, brassait, brassions, brassiez, brassaient, brassai, brassas, brassa, brassâmes, brassâtes, brassèrent, brasserai, brasseras, brassera, brasserons, brasserez, brasseront)

brasser
bierbrouwen
- bierbrouwen werkwoord

Conjugations for brasser:

Présent

brasse
brasses
brasse
brassons
brassez
brassent

imparfait

brassais
brassais
brassait
brassions
brassiez
brassaient

passé simple

brassai
brassas
brassa
brassâmes
brassâtes
brassèrent

futur simple

brasserai
brasseras
brassera
brasserons
brasserez
brasseront

subjonctif présent

que je brasse
que tu brasses
qu'il brasse
que nous brassions
que vous brassiez
qu'ils brassent

conditionnel présent

brasserais
brasserais
brasserait
brasserions
brasseriez
brasseraient

passé composé

ai brassé
as brassé
a brassé
avons brassé
avez brassé
ont brassé

divers

brasse!
brassez!
brassons!
brassé
brassant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor brasser:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bierbrouwen	brasser

Synoniemen voor "brasser":

remuer; pétrir; agiter; mêler; mélanger; emmêler; entremêler; enchevêtrer; amalgamer; entrelacer; unir; allier; combiner; associer; réunir; métisser; croiser; hybrider; malaxer; fraiser; presser; écraser; broyer; gâcher; manier; façonner; palper; touiller

Wiktionary: brasser

brasser

verb

fabriquer de la bière en remuant le malt.
- brasser → brouwen; door elkaar mengen; veel zaken tegelijk doen; dooreen schudden; kaarten schudden; brassen; samenzweren; bekonkelen; aansluiten; connecteren

Cross Translation:

From	To	Via
• brasser	→ brouwen	↔ brew — to prepare liquor

Verwante vertalingen van brasse

brasse papillon