Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. convive:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor convive (Frans) in het Nederlands

convive:

convive [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le convive (invité pour le dîner)
    de eter; tafelgast
    • eter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • tafelgast [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. le convive (commensal)
    de tafelgenoot
  3. le convive (hôte; invités pour le dîner)
    de eters; tafelgasten
    • eters [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • tafelgasten [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor convive:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eter convive; invité pour le dîner
eters convive; hôte; invités pour le dîner
tafelgast convive; invité pour le dîner
tafelgasten convive; hôte; invités pour le dîner
tafelgenoot commensal; convive

Synoniemen voor "convive":


Wiktionary: convive

convive
noun
  1. Personne qui se trouver à un repas avec d’autres.

Cross Translation:
FromToVia
convive gast Gast — Person, die unentgeltlich oder gegen Entgelt beherbergen, bewirten oder befördern wirdWikipedia|Gast