Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
décorer:
- versieren; decoreren; aankleden; versieringen aanbrengen; onderscheiden; ridderen; een onderscheidingsteken geven; verfraaien; opsmukken; zich mooi maken; verluchten; optuigen; opsieren; opschikken; tooien; opmaken; make-up aanbrengen; optutten; bekleden; van bekleding voorzien; overtrekken; stofferen; zich uitmonsteren; optooien; zich uitdossen
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor décorer (Frans) in het Nederlands
décorer:
décorer werkwoord (décore, décores, décorons, décorez, décorent, décorais, décorait, décorions, décoriez, décoraient, décorai, décoras, décora, décorâmes, décorâtes, décorèrent, décorerai, décoreras, décorera, décorerons, décorerez, décoreront)
-
décorer (embellir; enjoliver; orner; agrémenter)
-
décorer (distinguer; armer chevalier; descerner; recevoir chevalier; adouber; honorer de)
-
décorer (parer; embellir; rafraîchir; garnir; orner; maquiller; farder)
verfraaien; opsmukken; zich mooi maken; verluchten; optuigen; opsieren; opschikken; tooien-
zich mooi maken werkwoord
-
décorer (maquiller; embellir; mettre en page; parer; garnir; farder; orner)
-
décorer (tapisser; revêtir; recouvrir; couvrir; garnir)
-
décorer (se mettre en grande toilette; munir; doter; équiper; parer; embellir; orner; armer; passementer)
Conjugations for décorer:
Présent
- décore
- décores
- décore
- décorons
- décorez
- décorent
imparfait
- décorais
- décorais
- décorait
- décorions
- décoriez
- décoraient
passé simple
- décorai
- décoras
- décora
- décorâmes
- décorâtes
- décorèrent
futur simple
- décorerai
- décoreras
- décorera
- décorerons
- décorerez
- décoreront
subjonctif présent
- que je décore
- que tu décores
- qu'il décore
- que nous décorions
- que vous décoriez
- qu'ils décorent
conditionnel présent
- décorerais
- décorerais
- décorerait
- décorerions
- décoreriez
- décoreraient
passé composé
- ai décoré
- as décoré
- a décoré
- avons décoré
- avez décoré
- ont décoré
divers
- décore!
- décorez!
- décorons!
- décoré
- décorant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor décorer:
Synoniemen voor "décorer":
Wiktionary: décorer
décorer
Cross Translation:
verb
décorer
verb
-
methoden en technieken gebruikt om bouwwerken, meubels of andere objecten te verfraaien
-
iemands bijzonder gedrag erkennen, bijvoorbeeld middels een medaille
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• décorer | → opsmukken; sieren; decoreren | ↔ decorate — to furnish with decorations |
• décorer | → decoreren | ↔ schmücken — mit Schmuck ausstatten, mit Ziergegenständen verschönern |
• décorer | → versieren; decoreren; opsieren; paleren | ↔ verzieren — (transitiv) mit Zierrat versehen; mit schmückenden Elementen ausgestalten |
Computer vertaling door derden: