Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. embrasure:


Frans

Uitgebreide vertaling voor embrasure (Frans) in het Nederlands

embrasure:

embrasure [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'embrasure (brèche; baie)
    de opening; de deuropening
  2. l'embrasure
    de schietsleuf

Vertaal Matrix voor embrasure:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deuropening baie; brèche; embrasure
opening baie; brèche; embrasure amorce; blanc; brèche; cannelure; carrière; commencement; coupe-feu; creux; crevasse; début; décollage; démarrage; départ; encoche; entaille; entrebâillement; espace; fente; fissure; fossé; gorge; gouffre; interligne; intervalle; origine; ouverture; pare-feu; pause; précipice; rainure; ravin; sillon; tranchée; trou; trouée
schietsleuf embrasure meurtrière

Synoniemen voor "embrasure":


Computer vertaling door derden: