Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal finances

Vertaal finances van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

finances:
- financiën; financiële middelen; geldmiddelen; kapitaal
financer:
- financieren
Wiktionary:
- finances → financiën
- financer → financieren
- financer → financieren, sponsoren

Frans

Uitgebreide vertaling voor finances (Frans) in het Nederlands

finances:

finances [la ~] zelfstandig naamwoord

la finances (moyens financiers)
de financiën
- financiën [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
la finances (moyens financiers; ressources; capital; fonds; réserve d'argent)
financiële middelen; de geldmiddelen; de kapitaal
- financiële middelen [znw.] zelfstandig naamwoord
- geldmiddelen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- kapitaal [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor finances:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
financiële middelen	capital; finances; fonds; moyens financiers; ressources; réserve d'argent
financiën	finances; moyens financiers
geldmiddelen	capital; finances; fonds; moyens financiers; ressources; réserve d'argent
kapitaal	capital; finances; fonds; moyens financiers; ressources; réserve d'argent	capital; fortune
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kapitaal		capital

Synoniemen voor "finances":

argent; monnaie; ressources; fonds; capital; richesse; pécule; viatique; caisse; recette; fisc; fiscalité; percepteur; trésor; trésorerie; paierie; liquide; liquidités; disponibilité

Wiktionary: finances

finances

noun

de geldmiddelen van een persoon of instelling
- financiën → finances

finances vorm van financer:

financer werkwoord (finance, finances, finançons, financez, financent, finançais, finançait, financions, financiez, finançaient, finançai, finanças, finança, finançâmes, finançâtes, financèrent, financerai, financeras, financera, financerons, financerez, financeront)

financer
financieren
- financieren werkwoord (financier, financiert, financierde, financierden, gefinancierd)

Conjugations for financer:

Présent

finance
finances
finance
finançons
financez
financent

imparfait

finançais
finançais
finançait
financions
financiez
finançaient

passé simple

finançai
finanças
finança
finançâmes
finançâtes
financèrent

futur simple

financerai
financeras
financera
financerons
financerez
financeront

subjonctif présent

que je finance
que tu finances
qu'il finance
que nous financions
que vous financiez
qu'ils financent

conditionnel présent

financerais
financerais
financerait
financerions
financeriez
financeraient

passé composé

ai financé
as financé
a financé
avons financé
avez financé
ont financé

divers

finance!
financez!
finançons!
financé
finançant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor financer:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
financieren	financer

Synoniemen voor "financer":

commanditer; sponsoriser; payer; spéculer; acquitter; régler; verser; rémunérer; solder; débourser; rétribuer; appointer; parrainer

Wiktionary: financer

financer

verb

finance|fr capitaliser un projet, une entreprise.
- financer → financieren

financer

verb

voorzien van de benodigde geldmiddelen
- financieren → financer

Cross Translation:

From	To	Via
• financer	→ financieren	↔ bankroll — to fund a project
• financer	→ financieren	↔ finance — to obtain or provide funding for a transaction or undertaking
• financer	→ financieren	↔ fund — to pay for
• financer	→ sponsoren	↔ sponsor — to be a sponsor for

Verwante vertalingen van finances