Frans
Uitgebreide vertaling voor florissant (Frans) in het Nederlands
florissant:
-
florissant (en forme; sain; en bonne santé; entraîné; en bonne condition)
-
florissant (richement; riche; fortuné; abondant; puissant; prospère)
rijk; vermogend; gefortuneerd-
rijk bijvoeglijk naamwoord
-
vermogend bijvoeglijk naamwoord
-
gefortuneerd bijvoeglijk naamwoord
-
-
florissant (réussi; prospère; couronné de succès)
gelukkig; voorspoedig verlopend; voorspoedig-
gelukkig bijvoeglijk naamwoord
-
voorspoedig verlopend bijvoeglijk naamwoord
-
voorspoedig bijvoeglijk naamwoord
-
-
florissant (prospèrant)
-
florissant (bien portant; prospère; sain; en bonne santé; aisé; nanti; en forme; fortuné; en bonne condition)
blakend van gezondheid; gezond; fit; zonder ziekte-
blakend van gezondheid bijvoeglijk naamwoord
-
gezond bijvoeglijk naamwoord
-
fit bijvoeglijk naamwoord
-
zonder ziekte bijvoeglijk naamwoord
-
-
florissant (prospère; abondant; fortuné; aisé; bien portant; nanti; en bonne santé; en bonne condition; en forme)
welvarend; florerend; welgesteld-
welvarend bijvoeglijk naamwoord
-
florerend bijvoeglijk naamwoord
-
welgesteld bijvoeglijk naamwoord
-
-
florissant (prospère)
-
florissant (haut en couleur; fleuri; coloré; multicolore)
hooggekleurd-
hooggekleurd bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor florissant:
Synoniemen voor "florissant":
Wiktionary: florissant
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• florissant | → bloeiend; bloeiende | ↔ blooming — thriving in health, beauty and vigor/vigour |