Frans

Uitgebreide vertaling voor général (Frans) in het Nederlands

général:

général bijvoeglijk naamwoord

  1. général (généralement; en général; normalement; d'habitude)
    meestal; algemeen; doorgaans; gewoonlijk; over het algemeen; normaliter; gemeenlijk; merendeels
  2. général (dans l'ensemble; en général; global; généralement; globalement)
    algemeen; over het geheel; generaal; globaal
  3. général (commun; collectif)
    communaal; gemeenschappelijk; een groep toebehorend

général [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le général
    algemene
  2. le général (commandant; capitaine)
    de generaal; de veldheer; de legeraanvoerder

Vertaal Matrix voor général:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
algemene général
generaal capitaine; commandant; général
legeraanvoerder capitaine; commandant; général
veldheer capitaine; commandant; général
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
algemeen d'habitude; dans l'ensemble; en général; global; globalement; général; généralement; normalement collectif; commun
communaal collectif; commun; général communal; municipal
gemeenschappelijk collectif; commun; général collectif; commun; concerté; conjoint; conjointement; de concert; en commun; en somme; ensemble; réuni
generaal dans l'ensemble; en général; global; globalement; général; généralement
gewoonlijk d'habitude; en général; général; généralement; normalement communément; en général; généralement; le plus souvent; normalement; ordinairement
globaal dans l'ensemble; en général; global; globalement; général; généralement approximatif; approximativement; global; globalement
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorgaans d'habitude; en général; général; généralement; normalement communément; dans la plupart des cas; en général; généralement; la plupart du temps; le plus souvent; normalement; ordinairement
gemeenlijk d'habitude; en général; général; généralement; normalement communément; en général; généralement; le plus souvent; normalement; ordinairement
meestal d'habitude; en général; général; généralement; normalement communément; dans la plupart des cas; en général; généralement; la plupart du temps; le plus souvent; normalement; ordinairement
merendeels d'habitude; en général; général; généralement; normalement communément; d'habitude; de façon générale; en grande partie; en majeure partie; en majorité; le plus souvent; normalement; ordinairement; pour la plupart
normaliter d'habitude; en général; général; généralement; normalement
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
een groep toebehorend collectif; commun; général
over het algemeen d'habitude; en général; général; généralement; normalement
over het geheel dans l'ensemble; en général; global; globalement; général; généralement

Synoniemen voor "général":


Wiktionary: général

général
adjective
  1. commun à tous les individus d’un genre, applicable à un très grand nombre de personnes ou de choses.

Cross Translation:
FromToVia
général algemeen general — involving every part or member, not specific or particular
général algemeen general — not limited in application; applicable to a whole class or category
général generaal general — rank higher than a colonel or brigadier
général genereel; algemeen; generiek generell — im Allgemeinen, allgemein verbindlich, immer gültig

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van général