Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hilarité:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor hilarité (Frans) in het Nederlands

hilarité:

hilarité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'hilarité
    de hilariteit
  2. l'hilarité (pétulance; joie; gaieté; rigolade; exubérance)
    de joligheid
  3. l'hilarité (accés de rire; fou rire; rire convulsif)
    de lachstuip; de lachbui; de lachaanval; de lachkramp

Vertaal Matrix voor hilarité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hilariteit hilarité
joligheid exubérance; gaieté; hilarité; joie; pétulance; rigolade
lachaanval accés de rire; fou rire; hilarité; rire convulsif
lachbui accés de rire; fou rire; hilarité; rire convulsif
lachkramp accés de rire; fou rire; hilarité; rire convulsif
lachstuip accés de rire; fou rire; hilarité; rire convulsif

Synoniemen voor "hilarité":


Wiktionary: hilarité

hilarité
noun
  1. vrolijkheid of gelach

Computer vertaling door derden: