Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. incroyance:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor incroyance (Frans) in het Nederlands

incroyance:

incroyance [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'incroyance (incrédulité)
    het ongeloof
    • ongeloof [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'incroyance (athéisme; irreligion)
    het atheïsme; de goddeloosheid

Vertaal Matrix voor incroyance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atheïsme athéisme; incroyance; irreligion athéisme
goddeloosheid athéisme; incroyance; irreligion
ongeloof incroyance; incrédulité

Synoniemen voor "incroyance":


Wiktionary: incroyance

incroyance
noun
  1. het niet geloven