Infidélité in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

infidélité:
- ontrouw; perfidie; het niet-trouw-zijn; trouwbreuk; trouweloosheid; desertie; verlating; afvalligheid; onbetrouwbaarheid

Frans

Uitgebreide vertaling voor infidélité (Frans) in het Nederlands

l'infidélité (trahison; perfidie; malhonnêteté; adultère)
de ontrouw; perfidie; het niet-trouw-zijn; trouwbreuk; de trouweloosheid
- ontrouw [de ~] zelfstandig naamwoord
- perfidie [znw.] zelfstandig naamwoord
- het niet-trouw-zijn [znw.] zelfstandig naamwoord
- trouwbreuk [znw.] zelfstandig naamwoord
- trouweloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'infidélité (désertion; défection)
de desertie; de verlating; de afvalligheid
- desertie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verlating [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- afvalligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'infidélité (caractère douteux)
de onbetrouwbaarheid
- onbetrouwbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afvalligheid	défection; désertion; infidélité
desertie	défection; désertion; infidélité
het niet-trouw-zijn	adultère; infidélité; malhonnêteté; perfidie; trahison
onbetrouwbaarheid	caractère douteux; infidélité
ontrouw	adultère; infidélité; malhonnêteté; perfidie; trahison
perfidie	adultère; infidélité; malhonnêteté; perfidie; trahison
trouwbreuk	adultère; infidélité; malhonnêteté; perfidie; trahison
trouweloosheid	adultère; infidélité; malhonnêteté; perfidie; trahison	félonie; inculpation; trahison
verlating	défection; désertion; infidélité	abandon; désertion
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ontrouw		adultère; infidèle; malhonnête; perfide; perfidement; traîtreusement