Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal journalier

Vertaal journalier van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

journalier:
- dagelijkse; daags
- dagloner
Wiktionary:
- journalier → daags, alledaags, dagelijks
- journalier → dagelijks

Frans

Uitgebreide vertaling voor journalier (Frans) in het Nederlands

journalier:

journalier bijvoeglijk naamwoord

journalier (quotidien; de tous les jours)
dagelijkse
- dagelijkse bijvoeglijk naamwoord
journalier (de tous les jours; quotidien; par jour)
daags
- daags bijvoeglijk naamwoord

journalier [le ~] zelfstandig naamwoord

le journalier
de dagloner
- dagloner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor journalier:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dagloner	journalier
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
daags	de tous les jours; journalier; par jour; quotidien
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dagelijkse	de tous les jours; journalier; quotidien

Synoniemen voor "journalier":

quotidien; travailleur; journal; salarié; ouvrier; employé; tâcheron; manoeuvre

Wiktionary: journalier

journalier

noun

(term, Par substantivation) personne qui travaille à la journée.
- journalier → daags; alledaags; dagelijks

Cross Translation:

From	To	Via
• journalier	→ dagelijks	↔ daily — that occurs every day
• journalier	→ dagelijks	↔ diurnal — done once every day