Frans

Uitgebreide vertaling voor nature (Frans) in het Nederlands

nature:

nature [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la nature (caractère; tempérament)
    de natuur; de geaardheid
    • natuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • geaardheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. la nature (poitrine; âme; caractère; tempérament; buste)
    het karakter; de mentaliteit; het gemoed; de natuur; de geaardheid; de aard; de inborst; de inslag
    • karakter [het ~] zelfstandig naamwoord
    • mentaliteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gemoed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • natuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • geaardheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • inborst [de ~] zelfstandig naamwoord
    • inslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. la nature (genre; sorte)
    de soort; de aard
    • soort [de ~] zelfstandig naamwoord
    • aard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. la nature (âme; caractère)
    de ziel
    • ziel [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. la nature (trait de caractère; caractéristique; signe distinctif; )
    de karaktereigenschap; het kenmerk; de karaktertrek; kwalititeit

nature [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le nature (caractère)
    het karakter; de aard; de geaardheid; de inborst
    • karakter [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geaardheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • inborst [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. le nature (tendance; paroi; penchant; )
    de inclinatie; de neiging; de hang; de gezindheid; de geneigdheid
    • inclinatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • neiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • hang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gezindheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • geneigdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. le nature (esprit; disposition; tempérament; )
    de stemming; de gemoedstoestand

nature bijvoeglijk naamwoord

  1. nature (vierge; innocent; pur; )
    puur; zuiver; maagdelijk; onschuldig; onbevlekt; rein; kuis
  2. nature (vierge; pur; purement; )
    maagdelijk; virginaal; puur; zuiver; ongerept; onaangeraakt; gaaf
  3. nature (pur; authentique; net; chaste)
    zuivere; pure
    • zuivere bijvoeglijk naamwoord
    • pure bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor nature:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aard buste; caractère; genre; nature; poitrine; sorte; tempérament; âme catégorie; classe; espèce; genre; sorte; subdivision; type
geaardheid buste; caractère; nature; poitrine; tempérament; âme
gemoed buste; caractère; nature; poitrine; tempérament; âme
gemoedstoestand caractère; connaissance; disposition; esprit; génie; inclination; intellect; intelligence; nature; penchant; raison; sympathies; tempérament; tendance; âme disposition; disposition d'âme; humeur; moral; état d'âme
geneigdheid caractère; convoitise; disposition; désir; goût pour; inclination; nature; paroi; penchant; prédilection; préférence; sympathies; tempérament; tendance intention; orientation; tendance
gezindheid caractère; convoitise; disposition; désir; goût pour; inclination; nature; paroi; penchant; prédilection; préférence; sympathies; tempérament; tendance avis; conception; conception de la vie; confession; conviction; conviction religieuse; convictions; croyance; croyances religieuses; culte; disposition; esprit; foi; humeur; opinion; philosophie; religion; état d'âme
hang caractère; convoitise; disposition; désir; goût pour; inclination; nature; paroi; penchant; prédilection; préférence; sympathies; tempérament; tendance
inborst buste; caractère; nature; poitrine; tempérament; âme disposition; esprit; humeur; tempérament; état d'âme
inclinatie caractère; convoitise; disposition; désir; goût pour; inclination; nature; paroi; penchant; prédilection; préférence; sympathies; tempérament; tendance affection; inclinaison
inslag buste; caractère; nature; poitrine; tempérament; âme
karakter buste; caractère; nature; poitrine; tempérament; âme caractère; lettre; personnalité; signe; signe graphique; tempérament
karaktereigenschap caractère; caractéristique; marque distinctive; nature; personnalité; qualité; signe distinctif; tempérament; trait; trait caractériel; trait de caractère; trait distinctif trait de caractère; trait distinctif
karaktertrek caractère; caractéristique; marque distinctive; nature; personnalité; qualité; signe distinctif; tempérament; trait; trait caractériel; trait de caractère; trait distinctif analyse; cachet; caractéristique; décoration; emblème; indice; marque; marque distinctive; particularité; poinçon; portrait; profil; propriété; qualité; sceau; signal; signe; singularité; symbole; trait; trait de caractère; trait distinctif
kenmerk caractère; caractéristique; marque distinctive; nature; personnalité; qualité; signe distinctif; tempérament; trait; trait caractériel; trait de caractère; trait distinctif analyse; attribut; cachet; caractère; caractérisation; caractéristique; décoration; emblème; indice; marque; marque distinctive; particularité; poinçon; portrait; profil; propriété; qualité; sceau; signal; signe; signe d'identification; signe distinctif; singularité; symbole; symptôme; trait; trait de caractère; trait distinctif
kuis nettoyage; purification; épuration
kwalititeit caractère; caractéristique; marque distinctive; nature; personnalité; qualité; signe distinctif; tempérament; trait; trait caractériel; trait de caractère; trait distinctif
mentaliteit buste; caractère; nature; poitrine; tempérament; âme attitude; façon de penser; mentalité
natuur buste; caractère; nature; poitrine; tempérament; âme
neiging caractère; convoitise; disposition; désir; goût pour; inclination; nature; paroi; penchant; prédilection; préférence; sympathies; tempérament; tendance impulsion; intention; orientation; tendance; urgence
soort genre; nature; sorte catégorie; classe; espèce; genre; race; sorte; subdivision; type; variété
stemming caractère; connaissance; disposition; esprit; génie; inclination; intellect; intelligence; nature; penchant; raison; sympathies; tempérament; tendance; âme disposition; disposition d'âme; disposition mentale; humeur; moral; vote; état d'âme
ziel caractère; nature; âme
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gaaf inaltéré; intact; nature; pur; purement; vierge; virginal astucieux; chic; complet; d'une façon géniale; d'une manière sensée; de génie; du tonnerre; délirant; dément; en bon état; entier; fabuleux; fantastique; fou; génial; habile; impeccable; impeccablement; inaltéré; intact; lunatique; malin; non endommagé; non entamé; parfait; parfaitement; réglo; sans défaut; sensé; terrible
kuis authentique; chaste; chastement; innocemment; innocent; intact; nature; propre; pudique; pudiquement; pur; purement; vierge; virginal chaste; chastement; décent; honnête; honnêtement; honorable; hygiénique; hygiéniquement; net; nettement; propre; proprement; pudique; pudiquement; pur; pure; purement; vertueux
maagdelijk authentique; chaste; chastement; inaltéré; innocemment; innocent; intact; nature; propre; pudique; pudiquement; pur; purement; vierge; virginal
onaangeraakt inaltéré; intact; nature; pur; purement; vierge; virginal
onbevlekt authentique; chaste; chastement; innocemment; innocent; intact; nature; propre; pudique; pudiquement; pur; purement; vierge; virginal chaste; immaculé; innocent; intact; intègre; propre; pur
ongerept inaltéré; intact; nature; pur; purement; vierge; virginal
onschuldig authentique; chaste; chastement; innocemment; innocent; intact; nature; propre; pudique; pudiquement; pur; purement; vierge; virginal anodin; chaste; immaculé; ingénu; innocemment; innocent; inoffensif; inoffensive; intact; intègre; peu dangereuse; peu dangereux; propre; pur
puur authentique; chaste; chastement; inaltéré; innocemment; innocent; intact; nature; propre; pudique; pudiquement; pur; purement; vierge; virginal authentique; franchement; pur; pur et simple; simplement
rein authentique; chaste; chastement; innocemment; innocent; intact; nature; propre; pudique; pudiquement; pur; purement; vierge; virginal chaste; hygiénique; hygiéniquement; immaculé; innocent; intact; intègre; net; nettement; propre; proprement; pur; pure; purement
zuiver authentique; chaste; chastement; inaltéré; innocemment; innocent; intact; nature; propre; pudique; pudiquement; pur; purement; vierge; virginal authentique; bien; clair; hygiénique; hygiéniquement; impeccable; infaillible; net; nettement; nettoyé; propre; proprement; pur; pure; purement; sans faute
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pure authentique; chaste; nature; net; pur
virginaal inaltéré; intact; nature; pur; purement; vierge; virginal
zuivere authentique; chaste; nature; net; pur

Synoniemen voor "nature":


Wiktionary: nature

nature
noun
  1. ensemble des êtres et des choses, univers. Ensemble en tant qu’ordonné et régir par des lois.
nature
noun
  1. wezen, natuur, karakter

Cross Translation:
FromToVia
nature natura kind — goods and services as payment
nature natuur nature — essential characteristics
nature natuur nature — primitive state of being
nature natuur nature — everything related to biological and geographical states
nature natuur nature — environment
nature wildleven wildlife — animals and plants in their natural environment
nature natuur; gesteldheid; aard; toestand; hoedanigheid Beschaffenheitheutzutage sehr selten im Plural: Eigenart oder Zustand einer Sache
nature natuur Natur — ein Gebiet, in das der Mensch überhaupt nicht oder nur wenig gestaltend und verändernd eingegriffen hat
nature natuur Natur — die Welt der Natur (im Gegensatz zu der durch den Menschen geschaffenen Welt der Kultur)

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van nature