Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- obligeance:
-
Wiktionary:
- obligeance → liefheid, voorkomendheid, vriendelijkheid, bereidvaardigheid, schikkelijkheid, toeschietelijkheid
Frans
Uitgebreide vertaling voor obligeance (Frans) in het Nederlands
obligeance:
-
l'obligeance (serviabilité)
-
l'obligeance (serviabilité)
-
l'obligeance (complaisance; modicité; humilité; serviabilité; retenue; prévenance; discrétion; bienveillance; modestie)
-
l'obligeance (affabilité; cordialité; complaisance; amitié; bonté; amabilité; bienveillance)
-
l'obligeance (complaisance)
Vertaal Matrix voor obligeance:
Synoniemen voor "obligeance":
Wiktionary: obligeance
obligeance
noun
-
soutenu|fr disposition à se montrer obligeant, serviable.
- obligeance → liefheid; voorkomendheid; vriendelijkheid; bereidvaardigheid; schikkelijkheid; toeschietelijkheid