Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. passeur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor passeur (Frans) in het Nederlands

passeur:

passeur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le passeur (passeur de bac; batelier)
    de veerman
    • veerman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor passeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
veerman batelier; passeur; passeur de bac

Synoniemen voor "passeur":


Wiktionary: passeur

passeur
noun
  1. een persoon die een veer bedient

Verwante vertalingen van passeur